Hals-over-bos verliefd op de poëtische knitwear van Wolvis

0 comments

Tekst: Emma Didier

Je herkent ze meteen, de Wolvissen die rondzwemmen in het straatbeeld. De poëtische sjaals van Griet Depoorter worden helemaal lokaal ontworpen (in Gent), gemaakt (in Waregem) én verkocht (in je Supergoods winkel, bijvoorbeeld). Achter elke sjaal zit een verhaal. Hoe klinkt dat verhaal en waarom past het zo goed bij Supergoods? Tijd voor een interview! 

Schaapje, schaapje, heb je witte wol? 

Wie een Wolvis rond zijn hals drapeert, voelt het meteen: zo zacht! Dat kan alleen met de beste wol, maar waar komt die precies vandaan? 

“Ons garen wordt gesponnen in Italië. Doordat wij maar in een kleine oplage werken, gebruiken we stockgaren. Dat betekent dat onze kleuren sowieso gesponnen worden voor een groter merk. Zo komt er niet speciaal voor ons een aparte lijn en blijft er geen ongebruikt garen liggen. We weten zo ook precies hoeveel kilo er van elk kleur in stock is, alles is geautomatiseerd. Niet veel spinnerijen werken zo, maar voor ons is het ideaal. Soms denk ik wel ‘dju, dat blauw mocht net een klein beetje minder donker’, maar aan de andere kant daagt het je ook uit om verrassende combinaties te maken.”

De Wolvis-sjaals zijn een mix van Australische en Zuid-Afrikaanse wol. Hier lopen toch ook schapen? Kan dat lokaler? 

“Nee. Merinowol is zo zacht door de extreme weersomstandigheden waar de schapen in leven, het maakt de vezels van het garen zo fijn en de wol zo zacht. Lamswol van Schotse, Britse of zelf Belgische schapen is veel ruwer en harder. Voor mutsen en sjaals is de zachtheid toch echt een essentiële voorwaarde.”

Écht made in Belgium

Een Wolvis is op-en-top Belgisch. Griet ontwerpt de sjaals in Gent, de productie gebeurt in een breifabriek in Waregem. Dat moet in deze tijden een bewuste, maar niet voor de hand liggende keuze zijn. 

“In het begin was het gewoon handig: de fabriek dichtbij zodat ik snel kon langsgaan. Ondertussen weet ik wel hoe alles in zijn werk gaat en kon ik al lang overgeschakeld zijn op een land met lagere loonkosten, zoals Portugal. Ik doe dat bewust niet. We hebben echt een band opgebouwd met het bedrijf. Het is ook vooral als er veel handwerk aan te pas komt dat de loonkosten snel oplopen. Daarom zijn onze mutsen en kimono’s in verhouding met de sjaals duurder. Als we al zouden moeten veranderen, dan is het omdat de fabriek in Waregem zou stoppen. Steeds meer ontwerpers trekken naar het buitenland, waardoor de fabriek stilaan aan het ‘uitdoven’ is. Maar dan kunnen we naar Zottegem of Sint-Niklaas. Daar zijn moderne breifabrieken die echt inzetten op innovatie en nieuwe machines. Zelfs buitenlandse ontwerpers komen naar hen in plaats van omgekeerd, omdat de kennis hier zo groot is.”

Lokaal ontwerpen én produceren zit inderdaad weer in de lift. Kijken meer nieuwe Belgische ontwerpers eerst in eigen land of productie mogelijk is? 

“Dat verandert inderdaad wel. Maar er is wel een groot verschil tussen een Belgisch merk en echt ‘made in Belgium’. Sommige ‘Belgian brands’ doen het ontwerp wel in België, maar alle productie verloopt bijvoorbeeld in Portugal. Er bestaat jammer genoeg geen label voor dingen die echt volledig in België gemaakt zijn.”

Voor Wolvis is er geen sprake van een verhuis naar het buitenland. Ergens speelt zelf de droom van een eigen breifabriekje. 

“Het is een verre droom hoor. Maar Lotte van Huyck (die bridal knitwear ontwerpt in Gent, red.) en ik hebben wel bekeken of we zelf een industriële breimachine kunnen aankopen. De machine en de nodige software zijn op zich al een enorme investering, maar de grote kost is de persoon die de machine kan bedienen. Dat is plots wel iets totaal anders dan wat we nu doen, het is een heel nieuwe job. Plots heb je een breifabriek.”

Duurzaam tot in de details

Een Wolvis is het ultieme voorbeeld van korte keten: het ontwerp, de productie en de verkoop liggen allemaal op een boogscheut van elkaar. En zo lang je hem niet op 90 graden wast, gaat je unieke stuk ook eeuwig mee. Wolvis gaat echter nog een stapje verder om te zorgen dat het een duurzame aankoop is. 

“We geloven dat je sjaal je leven lang moet meegaan. Daarom herstellen we hem ook. Een los lusje is zo gerepareerd, maar soms krijgen we ook sjaals die bijvoorbeeld in het fietswiel gedraaid zijn. Dat is een grotere uitdaging.”

Griet toont een knalrode ‘vintage’ Wolvis: acht jaar oud, nog met de hand gebreid, maar met een serieus gat erin. Sowieso het herstellen waard. Maar hoe meer Wolvissen, hoe meer herstellingen. Is dat wel vol te houden? 

“Moeilijk. We twijfelen soms, maar tot nu toe lukt het. Volgend jaar wordt ons thema waarschijnlijk ‘dingen die hersteld worden’: de creativiteit van het vermaken, waardoor je ziet dat iets al verschillende levens heeft gehad. Een lapje op de knie van een kinderbroek, een ander kleur draad in een trui… Dat heeft iets ontroerends.”

Ook over het bewaren van de sjaal is nagedacht. Bij elke sjaal zit een cederhoutje. In de zomer leg je dat in je kast of je wikkelt je sjaal eromheen, dan komen er geen motten op af. 

En ook duurzaam: op is op. 

“We werken per seizoen. Als we merken dat een sjaal populair is, kunnen we hem snel bij laten maken. Maar eens het december is, stoppen we. Tot nu toe zijn alle sjaals altijd op geweest. Voor ons vijfjarig jubileum doen we wel iets speciaals met onze bestsellers van de voorbije vijf jaar. Hou dat maar in de gaten.”

Architectuur en poëzie

Van architect tot ontwerpster van poëtische sjaals. Welke weg heb je daarvoor afgelegd?

“Dat gebeurde geleidelijk aan. Toen ik pas afgestudeerd was, werkte ik als architect en volgde ik een avondopleiding mode in Sint-Niklaas. In het derde jaar kreeg ik een handbreimachine en begon ik te breien voor school. De combinatie mode en architectuur werd te zwaar, dus in het derde jaar stopte ik met de opleiding. Maar ik ben wel sjaals blijven breien. En je kent het: je doet een verkoop voor vrienden, of je geeft eens een sjaal weg. Op een bepaald moment vroeg een winkeltje in Gent of ze mijn sjaals mochten verkopen en maakte ik zelf wat reclame via Facebook. Toen de sjaals echt begonnen aan te slaan, moest ik de knoop doorhakken. Ofwel stoppen omdat het te veel werd, ofwel een producent zoeken die het breien kon overnemen. Zo ben ik in Waregem terechtgekomen.”

Heeft je opleiding architectuur sporen nagelaten in je werk? 

“Ja, zeker in het begin. Zo was er in een vorige collectie een sjaal die geïnspireerd was door foto’s van vakwerkhuisjes in de jaren 50. Nu zoek ik mijn inspiratie meer in het leven en de natuur. Maar de manier van werken blijft wel die van een architect: starten vanuit een concept, dat uitwerken en daarna verder linken zoeken.”

A poetic knitwear brand, noemen de Wolvissen zichzelf. Poëzie verbindt de Wolvis-sjaal met zijn drager. 

“Het is meer dan gewoon een sjaal. Het is een verhaal. Per thema zorgen we dat de foto’s en teksten in een bepaalde sfeer passen. Het is moeilijk uit te leggen, het is een gevoel. We denken dat de ontwerpen mensen kunnen inspireren, of zelf ontroeren. Ooit schreef iemand een artikel over Wolvis met als titel ‘Poëtisch breigoed’. Dat was precies wat ik wou overbrengen, dus we hebben die benaming gehouden.”

In the woods

De huidige collectie moet wel de meest poëtische tot nu toe zijn. Bij elke sjaal zit een gedicht van Charlotte Peys, die ook de tekeningen maakte. Ze liet zich hierbij inspireren door het bos. Allemaal heel zacht en dromerig. 

“Eerst gingen we de collectie rond bruggen opbouwen. Toch weer wat meer architecturaal dus. Maar we liepen er wat op vast. In februari wandelde ik met Tim (haar vriend, red.) een trektocht in de Ardennen. Ik vond dat zo schoon. Ik postte toen op Instagram: ‘I’m in the woods, it’s silent here’. Eigenlijk als verontschuldiging omdat het zo stil was op mijn Instagrampagina. We vonden die dubbelheid plots heel mooi. Dus besloten we iets met dat bos te doen.”

Hoe kom je dan uiteindelijk bij de prachtige woorden en tekeningen van Charlotte uit? 

“Charlotte had hier (in de winkel in Gent, red.) al raamtekeningen gemaakt. Ik stuurde haar een bericht om bij een koffie samen na te denken over de volgende collectie, omdat zij het bos vaak als rode draad gebruikt. Een week na dat koffietje stuurde ze ons vijf uitgewerkte ontwerpen voor sjaals! We wisten echt niet wat we er nog aan konden toevoegen, het was perfect. Dus we dachten: hup, breien en klaar. Maar dat gaat natuurlijk niet. We moesten haar tekeningen nog omzetten naar patronen en zorgen dat de overstap van de vorige collectie naar deze niet te bruusk was. De vorige waren altijd eerder strak en deze is organisch. Het was meteen coup de foudre, maar we hebben toch nog twee maanden werk gehad van tekening naar sjaal.”

Elke sjaal is vernoemd naar een prachtige, stille plek in een Vlaams bos. Je krijgt er zelfs een wandeling bij. Wie heeft die allemaal uitgetest? 

“Zelf heb ik nog maar twee van de vijf wandelingen gedaan. Die in het Heuvelland is alvast prachtig – met een supertoffe teleferiek - en die in Volkegem vertrekt vanuit een favoriet cafeetje van ons, den Obus. Die mocht ook meteen zijn naam geven aan de bijhorende sjaal.”

Wolvis werkte vorig seizoen al samen met Griet Aesaert voor een reistas. Je werkt graag samen met lokale, beginnende ondernemers. 

“Ik heb ook al samengewerkt met Pol Cosmo. Hij ontwerpt kleine beestjes die je op je gevel kan plakken. Helemaal anders dan Wolvis, dat maakt het supertof. Het is ‘meet in the middle’, net zoals bij Charlotte haar tekeningen. Die moesten uiteindelijk ook nog ‘verwolvist’ worden, erg interessant om te doen. Het is nog een droom om ooit met Brecht Evens samen te werken. Hij maakt prachtige graphic novels, met levendige aquarelkleuren. Nog een idee is om misschien sjaals te maken die horen bij de huizen die Tim ontwerpt. Dan heeft elk huis een bijpassende sjaal en heb je een mooie afsluiter van de samenwerking.”

Er is ook net een nieuwe Wolvissoort uitgekomen.

“Ja, onze dekens! Minder interessant voor Supergoods wel, want ze zijn alleen online te koop. Deze maken we echt van restgarens: wol die in de fabriek bleef liggen. Door hier dekens van te maken, brengen we die restgarens terug in de markt. Zo heeft iedereen er nog iets aan. Het beperkt de kleurkeuze wel, dus werken we met kleurgroepen. Je weet nooit precies welke tint je uiteindelijke deken zal hebben. Van een bepaalde sjaal kunnen er bijvoorbeeld maar drie exemplaren bestaan. De dekens passen in ons bosthema, met tekeningen van Charlotte en vernoemd naar plaatsen in de Ardennen. Ze zijn zwaar, echt gemaakt om bijvoorbeeld mee buiten te zitten. Ook zijn ze zijn niet vierkant, maar rechthoekig, waardoor ze niet op de grond slepen.”

Wat brengt de toekomst nog, hoop je? 

“Misschien brei ik ooit truien, maar dan uniseks en unisize. En ik zou het ook heel tof vinden om nog meer Wolvissen te zien buiten Gent.”

Dat kan geen probleem zijn. Op naar de winkels in Antwerpen en Mechelen! 

Bekijk onze Wolvis collectie hier! Dit artikel is een onderdeel van ons Good Stuff Magazine. Lees het volledige magazine gratis online of haal je eigen kopie in één van onze winkels.

Leave a comment

All blog comments are checked prior to publishing
The cookie settings on this website are set to 'allow all cookies' to give you the very best experience. Please click Accept Cookies to continue to use the site.
You have successfully subscribed!